Een virus is ongrijpbaar.
Heerlijk als je je dan mag vasthouden aan de hemelse Vader.
Begrijpt u?
Had Jakobus het gisteren over gelovigen in de verstrooiing. Diezelfde uitdrukking gebruikt Petrus ook in zijn eerste brief.
Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de vreemdelingen in de verstrooiing … :
moge genade en vrede voor u vermeerderd worden.
Ieder verstrooid achter zijn eigen voordeur. In quarantaine.
Moge daar genade en vrede vermeerderd worden in deze dagen!
Genade – daar leven we van.
Laten we het maar niet over verdiensten hebben.
Dat levert niet veel op en laat ons armzalig achter.
Vrede – heerlijk om die te hebben in de verstrooiing.
De vrede van God. Laat Luther daar juist vandaag iets over schrijven in zijn woorden voor elke dag:
‘… de vrede die Hij in ons hart geeft, zodat wij tevreden zijn. Het verstand kent geen andere vrede dan wanneer er een eind komt aan het kwaad. Maar zij die zich in God verheugen, laten zich tevredenstellen wanneer ze vrede met God hebben. Zij blijven sterk in beproeving, verlangen niet naar de vrede die het verstand geeft, maar staan vast en verwachten innerlijke sterkte door het geloof. Ze vragen niet of het kwaad kort, lang, tijdelijk of eeuwig is en denken niet aan het einde en maken zich er ook geen zorgen over hoe dat einde zal zijn. Dat laten ze aan God over. Kijk, dat is de vrede van het kruis, de vrede van God, de vrede van het geweten, de christelijke vrede, de kracht waardoor een mens ook uiterlijk rustig en met iedereen tevreden is en niemand onrustig maakt. Dat is een werk van God, dat niemand anders bekend is dan alleen hem die het ervaren heeft.’
moge die genade en die vrede voor u vermeerderd worden.