De grondslag van Christelijk Centrum De Cederborg is het Evangelie van Jezus Christus. Wij belijden en aanvaarden de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord, als enige grondslag voor leer en leven. Wij voelen ons daarbij nauw verwant met de kerk van de Reformatie en de Bijbelgetrouwe evangelicale stroming in de wereldwijde christenheid en onderschrijven de beginselverklaring van MissieNederland.

De hoofdpunten van de leer van de Reformatie zijn samen te vatten met vijf sola’s:

  • Sola Scriptura (alleen de Schrift)
  • Sola Gratia (alleen uit genade)
  • Sola Fide (alleen door het geloof)
  • Solus Christus (alleen Christus)
  • Soli Deo Gloria (alleen God de eer) 

Apostolische geloofsbelijdenis
Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde.
En in Jezus Christus Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere;
Die ontvangen is van den Heiligen Geest, geboren uit den maagd Maria;
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle;
Ten derden dage wederom opgestaan van de doden;
Opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods des almachtigen Vaders;
Vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in den Heiligen Geest.
Ik geloof één heilige, algemene Christelijke Kerk, de gemeenschap der heiligen;
Vergeving der zonden;
Wederopstanding des vleses;
En een eeuwig leven.

Beginselverklaring van MissieNederland
a. de eenheid van God, van eeuwigheid bestaande in drie Personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest;
b. de soevereiniteit van God de Vader in de schepping, voorzienigheid, openbaring en voleinding;
c. onze Heere Jezus Christus, God in het vlees geopenbaard, geboren uit een maagd, Zijn zondeloos leven, Zijn goddelijke wonderen, Zijn plaatsvervangend en verzoenend sterven, Zijn lichamelijke opstanding en hemelvaart, Zijn werk als Middelaar en Zijn persoonlijke wederkomst in macht en heerlijkheid;
d. de Goddelijke inspiratie van de Heilige Schrift en daaruit voortvloeiend haar betrouwbaarheid en hoogste gezag in alle zaken van geloof en leven; er is geen dwaling in al wat zij verklaart;
e. de universele en algemene zondigheid en schuld van de gevallen mens, die hem onderwerpen aan Gods toorn en veroordeling;
f. de verlossing van de zondaar door het vergoten bloed van Jezus Christus, Gods Zoon en Zijn rechtvaardiging uit genade, niet door werken maar door het geloof in Hem;
g. de lichamelijke opstanding van de doden; van de gelovigen tot het eeuwige leven en van degenen, die verloren gaan, ten oordeel;
h. het werk van God de Heilige Geest, die het verstand verlicht, de wedergeboorte werkt en in de gelovige woont, waardoor deze in staat wordt gesteld een heilig leven te leiden en te getuigen en te werken voor de Heere Jezus Christus;
i. het priesterschap van alle gelovigen, die tezamen de universele gemeente vormen, het lichaam van Christus waarvan Hij het hoofd is en die krachtens Zijn bevel gehouden is het evangelie in de hele wereld te verkondigen.